De principes van fotografie begonnen al heel vroeg, al werd pas in het jaar 1884 een ‘makkelijk te gebruiken’ box camera ontworpen. Vandaag de dag vinden we het maken van foto’s heel normaal, maar hoe is dit nu eigenlijk allemaal tot stand gekomen? Hieronder een korte tijdlijn:
- Vijfde eeuw v.Chr.: Chinese en Griekse filosofen beschreven de basisprincipes van de optica en de camera. Zo schreven ze over hoe een beeld ondersteboven werd gevormd uit een “pinhole” op de tegenoverliggende muur.
- Vierde eeuw v.Chr..: De Griekse filosoof Aristoteles schreef in zijn werk over de pinhole beeldvorming.
- 1021 n.Chr.: De Iraakse wetenschapper Alhazen beschrijft de uitvinden van de donkere kamer in zijn boek over optica.
- 1664-1672: Isaac Newton ontdekt dat wit licht is samengesteld uit verschillende kleuren, door wit licht van een prisma te breken.
- 1685: Johann Zahn maakt het ontwerp voor een draagbare en kleine camera in de vorm van een doos. Het zou nog bijna 150 jaar duren voordat de technologie zijn visie tot leven zou kunnen brengen.
- 1717: Johann Heinrich Schulze ontdekt dat zilvernitraat bij blootstelling aan licht donkerder wordt.
- 1816: Joseph Nicephore Niepce bouwt een houten box camera met een microscooplens.
- 1826: Joseph Nicephore Niepce vond de Heliograaf uit, waarmee hij de vroegst bekende permanente foto uit de natuur maakte: een vergezicht vanuit een Raam bij Le Gra, Frankrijk.
- 1837: Joseph Nicephore werkt samen met Louis Daguerre en vinden samen het eerste praktische fotografische proces uit, dat tot halverwege de jaren 1850 veel werd gebruikt in portretten. In dit jaar werd ook de eerste luchtfoto genomen, door Gaspard Felix Tournachon, vanaf een luchtballon op 520 meter hoogte. De foto was van Place De L’Etolie in Parijs.
- 1861: De Schotse natuurkundige James Clerk Maxwell produceerde de eerste kleurenfoto.
- 1871: Dokter Richard Maddox ontdekt dat gelatine kan worden gebruikt, in plaats van glas, als plaatmateriaal voor de lichtgevoelige oplossing.
- 1884- 1888: George Eastman introduceert de kleine, draagbare, eenvoudig te gebruiken boxcamera. Zijn eerste camera noemde hij de ‘Kodak’. Dit was een zeer eenvoudige boxcamera met een vaste focuslens en een enkele sluitertijd. De camera was vrij goedkoop. Met de Kodak kon de consument 100 afbeeldingen vastleggen. Echter moest de camera wel teruggestuurd worden naar de fabriek voor verwerking en herlading wanneer de rol klaar was. Aan het eind van de 19e eeuw had Eastman zijn assortiment uitgebreid naar verschillende modellen, waaronder zowel box- als vouwcamera’s.
- 1878: Eadweard Muybridge weet met succes beweging op film vast te leggen. Dit was een baanbrekende ontdekking en techniek die hielp bij het uitvinden van bewegingsbeelden.
- 1884- 1924: De camera ging in productie in de Leitz-fabriek in Duitsland. De camera werd de Leica genoemd, kort voor Leitz Camera. De camera werd nu in een rap tempo toegankelijk voor het ‘normale volk’